Herinneringen van Nico van Kampen aan promovendi van H.A. Kramers: Een van de laatste keren dat ik Kramers gezien heb haalde hij een envelop tevoorschijn waarop hij de lijst had opgeschreven van zijn promovendi (met commentaar). Een aantal daarvan kan ik nog bedenken, W. Opechowski, Serpe, en natuurlijk D. ter Haar, P.H.E. Meijer, mijzelf en daarna zijn laatste, waarvan ik de naam op dit moment niet meer weet. Na de oorlog zijn er ook een paar experimentelen bij Kramers gepromoveerd, omdat De Haas toen geschorst was. In het bijzonder J. Kistemaker, J.B. Ubbink en ik vermoed ook Lignac. W. Bevelander ("Uitwendige ballistiek", 1954): Bevelander was inderdaad een merkwaardig geval, docent aan de KMA te Breda, hij was de eerste promovendus van De Groot in Leiden. Ik herinner me dat de zaal volliep met uniformen, maar het werk was duidelijk onvoldoende, meer een handleiding voor de beinnende artillerist. De wiskundige Haantjes nam het tijdens de discussie gheel door en vermeldde er alle fouten in. Als ik me goed herinner was zelfs de tekening van de parabool fout. Haantjes was overigens een allervriendelijkst man, maar tijdens de mobilisatie was hij opgeroepen in de artillerie en nu kon hij zijn gal daarover kwijt. D.A.G. Bruggeman ("Elastizitätskonstanten von Kristallaggregaten", 1930): Een van de beste promovendi van Kramers, wiens dissertatie een tijd na de oorlog ontdekt werd als de grondslag voor de theorie van inhomogene media. Hij was leraar in de biologie in het lyceum van Casimir sr. en heeft later nog een artikel over hetzelfde onderwerp geschreven. Helaas in de oorlog was hij fout, ging naar Duitsland en ieder spoor ontbreekt. N.G. van Kampen ("Contribution to the quantum theory of light scattering", 1952): Mijn promotie was begin 1952, omdat de drukker niet op tijd klaar was. Achteraf heb ik begrepen dat dat een onverwacht gevolg had. De faculteit had al sedert 70 jaar per afspraak geen "cum laude" meer gegeven en had net besloten het per 1 januari weer in te stellen. Nico van Kampen, december 2002.