Laudatio uitgesproken door H.A. Kramers op 20 mei 1938, bij de promotie van Willem Frederik van Peijpe. Dr. W.F. van Peijpe. Een aantal jaren lang hebt gij over de theorie v.h. magnetisme gewerkt: in Eindhoven had gij tezamen met Dr. Elenbaas reeds experimenteel over het gedrag van dunne ferromagnetische metaallaagjes gewerkt, en juist de anisotropie der eenkristallen, waaruit deze laagjes zijn opgebouwd, speelden bij de theoretische interpretatie der gevonden verschijnselen een groote rol. Toen gij daarom een drie jaar geleden (1935), na de gunstige aflegging van Uw doctoraalexamen, voor een theoretisch promotieonderwerp bij mij kwaamt, leek mij het theoretisch onderzoek der ferromagnetische anisotropie een uitmuntend object. De tot dusverre gepubliceerde theorieen waren onbevredigend: uit Uw proefschrift is te zien, hoe gij de theorie van Bloch & Gentile -- die nog 't meeste kans had om iets te beteekenen -- volkomen ad absurdum hebt weten te voeren. De zoo voor de hand liggende onderstelling dat elk magnetisch atoom op zichzelf al zoo "anisotroop" in 't kristal zat, dat daaruit gemakkelijk de anisotropie v/h ferromagnetisme zou volgen (Heisenberg), was eenvoudig onjuist. Met een nieuw model hebt gij toen verder gerekend, en vele zijn de struikelingen geweest, alvorens een begaanbare weg gevonden werd, die tot een resultaat kon voeren. Gij hebt U daarbij tot de allerlaagste temperaturen moeten beperken, en hebt gevonden dat -- in tegenstelling met kl. rek. (klassieke rekening van) Kramers & Heller -- er een eindige anisotropie te voorschijn kwam. Af is het werk niet. Japansche onderzoekers vinden een groote anisotropie bij H_2 temperaturen. Ik wensch (dat) U in Uw nieuwe werkkring, die niet direct theor. physica (is), ten slotte bevrediging moogt vinden. Wellicht zijn Uw studien, in 't algemeeen bezien, toch ook niet zonder goede invloed op het psychotechnisch (?) werk. Ik wensch Uzelf en Uw familie van harte geluk met dezen dag.